Het water stroomt buiten de oevers. Deze waarneming houd ik vast.
De waarneming vraagt om verbeelding.
Het beeld is sterk en brengt het denken op gang.
Het waarnemen is voor mij een poging om gedachten vast te houden.
Het water stroomt buiten de oevers en de gedachten gaan mee.
Om te kunnen kijken schuif ik mijn gedachten terzijde en richt mij op ‘het water dat loopt’.
Een monotype op papier is de weergave van deze waarneming, een sterke indruk opgedaan in de uiterwaarden van de Lek.